Maandagavond laat, 110-Morgen. Door mijn geopende ramen waait niet alleen een verkoelend briesje naar binnen, maar ook een mix van typisch zomerse geluiden…
Plotsklaps torent daar een zware mannenstem bovenuit: Boedda! Hierrrr! Nu!
Even later nogmaals: Boedda! Hierrrr! Nu!
Dan: Boedda, kom hier! Nu! Schiet op!
Gevolgd door: Boedda! Luister je nou! Ik zeg toch: Kom hier! Schiet op verdorie!
En tot slot: Boeddaatje! Kom nou hier… Het baasje wil weer naar huis! Kom op nou!